29 september 2007

Respect

"Langzaam begint het hier door te dringen...
Er is een vreedzame revolutie aan de hand; de monikken van Birma gaan elke dag de straat op om te protesteren tegen het dictatoriale regime dat het land in isolement en armoede heeft gestort. De militaire top heeft al laten weten dat ze zullen optreden als er niet snel een einde komt aan deze protesten. Die kans is groot, ze hebben immers in 1988 ook een vreedzame demonstratie wreed uiteengeslagen. Destijds zijn er ongeveer 3.000 mensen vermoord. Birmezen zijn terecht bang. En daarom vind ik ze zo ontzettend dapper. Ik zou willen dat de internationale gemeentschap flink veel druk gaat uitoefenen zodat het land eindelijk vrijheid zal kennen. De monikken en nonnen gaan intussen standvastig door."


Dit schreef ik eerder deze week, maar ik had geen tijd om het af te maken. Intussen heeft het militaire regime van Birma zichzelf aardig laten kennen: De monikken zijn opgesloten in hun kloosters, de demonstrerende burgers worden hardhandig uiteengeslagen, een Japanse man is genadeloos en plein publique vermoord. De hele wereld heeft het gezien. Maar het gaat nog steeds door. Nog steeds worden vreedzame marsen gehouden. Het is duidelijk, de Birmezen zijn het goed zat. Ze willen vrijheid, de vrijheid waar ze recht op hebben.
Ik hoorde laatst iemand zeggen dat dit wel een hoge prijs voor vrijheid was, maar was het dan zo anders toen zo'n 65 jaar geleden mensen hier streden voor de vrijheid. Welke hoge prijs is betaald kun je zien op de vele oorlogsbegraafplaatsen, waar tot op de dag van vandaag bloemen worden gelegd door mensen die het niet vergeten zijn.

Ik heb een diep respect voor mensen die strijden voor vrijheid, zelfs als het hun leven kost.